Save our souls

Er moet wat uit. Het hoge woord.
In de krant las ik deze week dat vooral in Brussel de toeristen wegblijven vanwege de recente aanslagen. Zowel ondernemers als toeristen uit risicovolle oorden verder weg, gaven aan dat als het al niet went, het hopelijk wel wennen zal.

Deze uitspraken bleken een paar dagen later bij mij te zijn blijven hangen.
Wennen aan geweld. Dat het zomaar kan toeslaan? Dat het elders in de wereld ook went, dus waarom bij ons dan niet.

Ik snap het commerciële belang van de toeristensector, de nood van de zaak en daarom hoop en moed te willen houden,
Maar wennen? Wennen aan ongerichte wreedheden? Ongeacht vanuit welke bron, wennen? Aan onnodige risico’s, aan angst, aan  de kans op leed dat mensen elkaar aan doen?
Ik denk niet dat ze bij een organisatie als Amnesty International, het Rode Kruis of Artsen zonder grenzen deze insteek hebben.

En mensenrechten zijn ook niet geschreven met het oog op wennen aan leed, aan angst.

Natuurrampen kunnen ons treffen, maar zelfs die proberen we te voorkomen als het even kan.

Of ons gevoel van onveiligheid terecht zo groot is, wil ik in het midden laten.

Maar wennen?

Ik wil niet afgestompt raken. En ik hoop dat we als kwetsbare mensen betrokken blijven op het goede, al doen we maar een kleine poging.

18 augustus 2016

 

M. Vasalis

Als daar muziek voor is, wil ik die horen:
ik wil muziek voor oude mensen, die nog krachtig zijn,
en omgeploegd met lange, diepe voren
en ongelovig. Die de wellust en de pijn
nog kennen. Die bezaten en verloren.
En àls er wijsheid is, die geen vermoeidheid is,
en helderheid, die geen versterving is
wil ik die zien, wil ik die horen.

En anders wil ik zot en troebel zijn.

loesje

Vergankelijkheid

Onlangs ben ik verhuisd. Het is de kunst om spullen die je niet meer nodig hebt, waarvan je weet dat je ze echt al een tijdje niet meer hebt gebruikt, weg te doen. Via marktplaats, naar een kringloopwinkel of gewoon in de prullenbak. Huppakee, weg ermee. Spullen zijn ‘maar’ materie, maar natuurlijk niet altijd betekenisloos. Een voorwerp kan een drager zijn van herinneringen, symbool staan voor bijvoorbeeld een periode of een liefde. Het voorwerp is dan drager van een herinnering. De emotionele waarde is groot.

En zo zit ik dan met een voorwerp in mijn maag. Een prachtig fototoestel van het merk Minolta. Mijn vader fotografeerde graag en maakte dan vooral dia’s. Ik vond dit machtig interessant. Toen ik 18 werd vond ik het tijd voor een volwassen aanschaf.  Ik zie het nog voor me.  We gingen samen, vader en dochter, de stad in. Op de hoek tegenover het Dinghuis, was een fotozaak en daar hadden ze mooie toestellen. Ik koos voor een tweedehands ‘body’, om het financieel nog een beetje binnen de perken te houden, maar viel voor een eerstehands lens, een zogeheten 1.2 lens, die een prachtige lichtinval gaf. Het neusje van de zalm, dat zag ik wel aan het gezicht van mijn vader die deze lens ook wel had willen hebben. Ik telde er 1000 gulden voor neer.  Ik vond het een grote, maar zinvolle investering: ik zou hier mijn hele leven mee kunnen doen! In de jaren erna was het grote ding vaak een zorg op vakantie, nogal zwaar en door zijn kostbaarheid was ik er zuinig op. Stel je voor dat hij gestolen zou worden.

Intussen leeft mijn vader al meer dan een decennium niet meer. Ik heb ook al  jaren een handzame digitale camera, van een ander merk. De foto bij deze tekst is zelfs gemaakt met mijn mobiele telefoon. Maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen mijn in onbruik geraakte fototoestel weg te doen. Ik neem het me voor. Binnenkort zet ik hem te koop op internet. Ik neem het me stellig voor. Binnenkort.

Gloster

Het boek Winter in Gloster Huis (Atlas Contact 2015) van Vonne van der Meer presenteert zich als een roman, maar leest als een statement.

Een statement, in verhaalvorm dus.

Misschien had ik niet eerst het interview met haar in de krant moeten lezen, maar ja, van het een komt toch het ander.

Oud is niet het einde van alles kopt NRC in Weekend Leven van 28/29 november (zie http://www.nrc.nl/handelsblad/2015/11/28/oud-is-niet-het-einde-van-alles-1561014). Het is altijd oppassen met koppen, dekken ze wel de lading? Vooropgesteld zij dat het hier niet zozeer gaat om de discussie over euthanasie, maar om het onderwerp wat we ‘voltooid leven’ noemen. Dit onderwerp is zeer actueel en de publicatie van dit boek is hoe dan ook goed getimed!

Het boek draait, meer dan in het toneelstuk King Lear, om de persoon van Gloster, die van een rots wil springen, maar door zijn zoon wordt misleid en daardoor toch niet dodelijk ten val komt.

De auteur Van der Meer wil laten zien dat “er ook een andere manier is om naar het ouderdom te kijken”. Een andere dan dat je aftakeling de pas af moet snijden, dat gebrekkig worden iets is dat je niet moet willen.

Van der Meer stelt: “Ons hele leven willen we allemaal heel bijzondere dingen meemaken, verre reizen maken naar het onbekende, en dan zou je eigen sterven of dat van je man, volkomen naar je hand willen zetten?”

Ze waarschuwt daarbij voor de maatschappelijke tendens om zorg te zien als kostenpost, waardoor ouderen zichzelf als overbodig of last gaan zien. Aangezien ouderen vaak ten prooi zijn aan een zekere vereenzaming kan dat leiden tot een mentale ‘dodelijke cocktail’. Van der Meer vindt dat het alle leven naar beneden haalt als een ouder iemand het opgeeft.

Een statement dus. In verhalende vorm. Een roman? Ach, als je het bovenstaande weet, is er niet veel meer te ontdekken over. Het verhaal van Noor is letterlijk onaf (onvoltooid!?).

Gloster werd gered door zijn zoon Edgar.

Mijn vraag is: wat doe je als je niet meer een zoon, in het verhaal symbool van echte liefde, of vergelijkbaar iemand in je leven hebt? Iemand die naar je omziet?
De parallel met de casus Heringa dringt zich op.Zoon Albert hielp zijn moeder juist sterven.
Zie daar het dilemma ten voeten uit.

8 december 2015

 

Moraal? Doe gewoon ff normaal!

Onder het motto Moraal? Doe gewoon ff normaal! zal ik geregeld een blog schrijven op deze plaats over ethiek. Ethiek is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen. Daar kun je ingewikkeld over doen, maar eigenlijk zijn we er allemaal dagelijks mee bezig. Het is heel praktisch, maar toch niet altijd eenvoudig.


1 december 2015

Multimorele mens

Een greep uit krantenkoppen van het afgelopen weekend…

Het moreel kompas van SNS Reaal (hoe integer was het bedrijf?) in NRC Handelsblad

Orgaandonatie minimale vorm van solidariteit  in Trouw.

Geef liever een hand dan een pil, ook in NRC.

En dan hebben we het nog niet over Parijs, een plaats die symbool staat voor -een top over- een oververhit klimaat op aarde, in letterlijke en figuurlijke zin.
Is er een morele  leegte in de samenleving? Eerder een ‘melting pot’ van morele vragen waarin we als mensen samen zoeken naar antwoorden, op kleine en grote vragen. Religie biedt geen eenduidig antwoord maar, maar daarmee is richtpunt nog niet weg…

Ons Noorden is en blijft het goede leven. Hoe we daar komen, hangt af van waar we vandaan komen en op welke terrein we ons bevinden. Hoe kleiner de kring, hoe eenvoudiger het meestal is om het eens te worden. Een beetje goede wil wordt dan wel verondersteld natuurlijk.

In een (samengesteld) gezin moet het gezellig zijn en houd je rekening met elkaar. Bij banken staat gezellig voor een goede werksfeer (geen uitbuiting) en rekeningen goed beheren, je klanten netjes behandelen (niet gaan woekeren). In de zorg gaat het om vragen naar goede zorg, voor gever en ontvanger. Laat de ander zijn waardigheid. Op globaal niveau proberen landen het gezellig te houden met elkaar, lees: de vrede te bewaren. Op elk terrein kan ook een ‘clash’ van culturen plaats  vinden, dan botsen waardesystemen met elkaar. Religieuze, culturele, politieke, bedrijfsmatige, persoonlijke…

De ene waarde is niet per se beter dan de andere. Een religieuze motivatie is niet per se hoogstaander dan een politieke of een seculiere. Kom er maar eens uit!

Het midden is niet leeg, het is juist pluriform. Mensen zijn multimoreel. Vind met elkaar maar eens consensus!